*Dit artikel is tot stand gekomen in een co-productie met het NBC
De vernieuwing van dit Warenwetbesluit is een wijziging die iedereen in de keten raakt: grondstofleveranciers, bakkers en broodverkooppunten. ‘Iedereen is er dit jaar wel echt mee bezig, merken wij uit het aantal vragen dat we krijgen’, ziet Pauline Houtsma.
Volgens haar is de ene bakker verder dan de andere. ‘Wij hebben het idee dat veel bakkers al een flinke stap hebben gemaakt, voor in elk geval de meest gangbare broodsoorten’, zegt ze. ‘De industriële bakkerij was al verder vooruit. In het supermarktschap zijn inmiddels al verschillende goede voorbeelden zichtbaar.’
Ook meer terug in de keten, bij de leveranciers, is volgens Pauline veel werk verzet. ‘Zij hebben wel echt tijd nodig gehad om de samenstelling van de mixen en desems onder de loep te nemen en recepturen en bereidingsinstructies aan te passen. Eind vorig jaar hoorden we dat zij grotendeels klaar zijn.’
Ervaringen van bakkers
In eerste instantie zien veel bakkers op tegen de berg werk en vragen ze zich af of het duidelijker wordt voor de klant. Die weerstand is begrijpelijk, het is natuurlijk weer een wetswijziging. 'Maar onze collega’s die met bakkers aan de slag gaan, merken ook: als je er echt voor gaat zitten, kun je het in een paar dagen voor elkaar hebben!', aldus Pauline. 'Belangrijk is wel dat je voor alle broodsoorten de recepturen en grondstofinformatie verzameld hebt.'
Beschik je over bakkerijsoftware gekoppeld met Specsplaza, dan heb je daar volgens de kennisspecialiste nu extra profijt van. ‘Daar staan al je recepten namelijk al digitaal in. Bepaalde software geeft zelfs voorstellen voor een juiste, officiële benaming op basis van de ingegeven receptuur en daaraan gekoppelde grondstof-informatie. Daarna moet je natuurlijk de officiële benamingen doorvoeren op je schapkaartjes, in de webshop et cetera. Sommige bakkers kiezen voor een nieuwe schapindeling, op basis van wit, bruin en volkoren bijvoorbeeld. Het op orde maken van de schappen vraagt ook even tijd.’
Meestgestelde vragen
Grootste knelpunt is voor bakkers het klassieke tarwebrood. Dat begrijpt Pauline heel goed. ‘Dat is natuurlijk zo’n begrip geworden, iedereen kent dit klassieke bruinbrood onder die naam. Veel bakkers hebben nog steeds veel moeite met de vermelding ‘wit tarwe’ of ‘bruin tarwe’. Een consument weet toch dat een ‘witbrood’ of ‘bruinbrood’ van tarwe is gemaakt?'
De aanduiding wit, bruin of volkoren staat los van de gebruikte graansoort. Dat kan tarwe zijn maar ook spelt, haver, rogge of meerdere graansoorten. Pauline: 'Elke graansoort kun je verwerken tot bloem, meel of volkorenmeel en daarvan een wit-, respectievelijk bruin- of volkorenbrood bakken.'
Alle kenmerkende bestanddelen die de consument niet ziet, moeten terugkomen in de officiële naam. ‘Zo leg ik het vaak uit aan bakkers. Dat heeft te maken met wit/bruin/volkoren, de verwerkte graansoort(en) en met zaden, pitten en vruchten, de zogenaamde bijzondere kenmerkende bestanddelen die je in de kruim verwerkt.’
Een andere vraag die veel terugkomt is of de verkoopbenaming, vaak een fantasienaam, mag blijven. ‘Zeker, een verkoop-benaming kan nog steeds’, benadrukt Pauline. ‘Houd die vooral herkenbaar voor je klant. Je vult de verkoopnaam dan aan met de officiële (specifieke) benaming. Let erop dat deze niet met elkaar in strijd mogen zijn.’
Wat gebeurt er na 1 juli?
‘Wij kunnen niet in een glazen bol kijken. Maar we weten wel dat consumentenorganisaties groot voorstander zijn van deze wetswijziging en dat zij die nauwlettend volgen. We kunnen er vast en zeker een onderzoek en publicatie, artikel, nieuwsbericht of zelfs tv-uitzending over verwachten.’
Waarom ook alweer?
Hoe donkerder het brood, hoe gezonder, is vaak de veronderstelling bij de consument. Hoeveel spelt zit er echt in speltbrood? Desembrood is vaak gerezen met gist. En misschien herinneren bakkers zich het Gouden Windei nog, uitgereikt door Foodwatch voor het supermarkt-maisbrood waar geen maismeel in zou zitten.
Pauline: ‘Onder consumenten leven veel vragen en misverstanden. Bovendien worden ze (terecht) steeds kritischer als het om gezonde voeding gaat. Dat er via verschillende kanalen niet alleen juiste maar ook onjuiste informatie wordt verspreid, is niet bevorderlijk voor het consumentenvertrouwen.’
Nieuws over voeding van organisaties als de Consumentenbond en Foodwatch wordt op de voet gevolgd. Kritische tv-programma’s als Radar of Keuringsdienst van Waarde worden goed bekeken en massaal gedeeld op social media.
Vooral het laatste programma duikt met regelmaat op het thema brood, op zoek naar een zogenoemd spraakmakend verhaal. Ook magazines van organisaties als de Hartstichting of zorgverzekeraars worden door je klanten goed gelezen.
Pauline: ‘Daarom kun je als bakker maar beter zo transparant mogelijk werken én communiceren! Het nieuwe Warenwetbesluit kan daarbij helpen. Laat je dus niet ontmoedigen. Maak gebruik van de bijeenkomsten en adviesdiensten die verschillende branchepartijen volop organiseren. Of raadpleeg het Stappenplan uit ons Dossier Warenwetbesluit op onze website, dat je in zeven stappen door de invoering van het besluit heen loodst (zie afbeelding hieronder, red.).'
Kortom sluit Pauline af: 'De nieuwe regels zorgen voor meer transparantie en dus voor meer waardering en vertrouwen bij de consument, óók bij de klant die dagelijks in jouw winkel staat. Nog even samen de schouders eronder voor een goed imago van onze sector en nooit meer een Gouden Windei.’